Blog MuzIC
Rosanne Alderliefste #6
d.d. 17 en 19 januari – UMCU en Jeroen Bosch Ziekenhuis
d.d. 17 en 19 januari – UMCU en Jeroen Bosch Ziekenhuis
Vorige week mocht ik maar liefst twee keer spelen met
Stichting MuzIC: eerst vertrouwd in het UMCU, vervolgens voor het eerst in het
Jeroen Bosch Ziekenhuis dat gelijk vertrouwd voelde. MuzIC is aan het groeien:
dat betekent meer ziekenhuizen, meer spelen en binnenkort ook meer muzikanten.
In het UMCU kijken daarom twee nieuwe muzikanten in training mee, onder leiding
van MuzIC medeoprichter Maria Eldering. Die extra paar ogen maken me natuurlijk
wel wat zenuwachtig, maar uiteindelijk de middag extra bijzonder. Zo treffen we
op een van de eerste kamer een echtpaar aan. Tranen rollen over de wangen van
de vrouw bij het spelen van het eerste liedje. Wanneer ik vraag of ik een
luchtiger liedje zal spelen, lacht ze me toe en schudt ze haar hoofd: “Nee
hoor, dit hoort er ook allemaal bij.” zegt ze, terwijl ze met een zakdoek haar
tranen dept. Als na het tweede liedje ook de man begint te snikken, sluiten we
toch nog af met een vrolijker nummer. Bij het refrein wenk ik mijn
medemuzikanten en zo zingt de hele kamer inclusief verpleging: “Oelalalala!”
(Je begrijpt, dit is een verstopte prijsvraag). Na de laatste kamer praten we
nog even na. De muzikanten die meeliepen vertellen wat hen opviel, wat ze mooi
vonden om te zien en wat ze uitdagend leek. Ook delen we onze ervaringen met
muziek en ziekenhuizen. Best wel fijn zo’n moment, meestal zet ik de middagen
alleen op digitaal papier.
Naast deze fijne interactie in het UMCU, mocht ik
afgelopen zondag voor het eerst in het Jeroen Bosch Ziekenhuis spelen. Op het
stationsplein straalt de Drakenfontein mij toe. Met de gitaar op de OV-fiets
zie ik binnen enkele minuten aan mijn rechterhand het ziekenhuis verschijnen.
Ik race naar beneden en stal mijn fiets in het fietsenrek, waar de hagel nog op
de grond lijkt te liggen. Nieuwsgierig stap ik het ziekenhuis binnen: alles
ziet er nieuw en flitsend uit. Ik kijk om me heen en volg eigenwijs de eerste
bordjes naar de IC, om vervolgens toch even terug te lopen naar de
informatiebalie. Een vrolijke blonde jongen lacht me toe: “Toch maar even
vragen?” Ik knik en hij bevestigt mijn route. Eenmaal op de
intensive-careafdeling verdwaal ik weer. Ik grinnik om mezelf, terwijl ik aan
de woorden van Maria denk: “Het is een kleine IC, het spreekt voor zich.”
Gelukkig loop ik tegen een verpleegkundige aan die mij warm begroet: “Wat fijn
dat jullie er weer zijn!” Ik leg haar uit dat het mijn eerst keer in dit ziekenhuis
is. Zij lacht en brengt me naar de verantwoordelijke IC-verpleegkundige die mij
zal begeleiden. Ik denk ondertussen aan hoe mooi het is dat MuzIC een “jullie”
is geworden, als het ware een onderdeel van één grote IC-familie. De
IC-verpleegkundige vertelt me dat meerdere patiënten hebben aangegeven dat zij
muziek willen, andere twijfelen nog. “Helemaal goed,” zeg ik, “We gaan gewoon
overal langs om het te vragen, nee zeggen kan altijd.”
Het wordt een bijzondere middag met speciale momenten.
Opnieuw raken patiënt en familieleden geëmotioneerd bij het spelen van een voor
mij vrolijk liedje. Het is soms zo bizar met muziek: je weet nooit zeker wat
voor gevoel een liedje bij iemand opwekt, maar ik ga er vaak wel vanuit dat de
meeste mensen van dezelfde liedjes vrolijk of verdrietig worden. Op dit soort
momenten blijkt maar weer hoe uniek emoties en waarschijnlijk de bijbehorende
herinneringen zijn. Die middag speel ik nog zachte liedjes bij een jonge
patiënt die heerlijk door de muziek heen slaapt en zing ik een zo klassiek
mogelijk popliedje voor een patiënt die André Rieu had aangevraagd – het valt
gelukkig in de smaak. In sommige kamers begin ik meteen te spelen, in andere
vraag ik de patiënten wat zij graag willen horen. Uit volle borst zing ik een
van mijn favoriete liedjes voor de patiënt die antwoordt: “U kiest!”, en ik mag
zelfs een tweede liedje kiezen. Naderhand vragen IC-verpleegkundige mij
nieuwsgierig hoe hun patiënten het vonden en ik vraag hen of ze de volgende
keer willen meezingen. Leuk hoe de meesten bescheiden antwoorden dat ze dat
maar aan ons overlaten, nog leuker als ze zeggen: “misschien de volgende keer!”.
Ik zal dan in ieder geval “oelalalalala” er weer ingooien, dat is net zoals de goede
zorg voor patiënten vast iets ziekenhuis-overstijgend.
www.muz-ic.nl
Weer mooi stukje Bas!
BeantwoordenVerwijderen