zaterdag 23 februari 2019

'Ik wil graag iets vrolijks horen, kan dat?'


Een prachtig beschreven verhaal van Lies Joosten over haar eerste, en meteen al erg drukke dag met haar harp op de IC in het UMC Utrecht!


Ik wil graag iets vrolijks horen, kan dat?

Vandaag is het zover, ik mag met de harp op de IC van het Academisch ziekenhuis in Utrecht spelen. Voor patiënten, familie en verpleegkundigen. Hoe bereid je je daarop voor? Ik heb een opleiding voor therapeutisch harpspel gedaan, de training bij MuzIC gevolgd en een middag meegelopen om te observeren hoe de muzikale initiatiefnemers Maria en Suzanne werken, maar nu is het voor het echie. Geen vooropgestelde set-lijst, maar het vertrouwen dat een bij het moment passend stuk ter plekke in me opkomt. Aangepast aan de leeftijd, cultuur en toestand van de persoon. Iedere IC kamer is een wereld apart. Je weet van te voren niet bij wie je binnen stapt, wat er aan de hand is en hoe lang de persoon er al ligt of zal liggen. En dat is maar goed ook. Nadat je door de automatische schuifdeur gaat – wat al een uitdaging op zich is met een draagbare harp omdat die vrij snel weer dicht schuift – staat de wereld om je heen even stil en sta je daar, met je instrument, in het moment. Allebei kwetsbaar, ieder op een andere manier. Ik haal diep adem en stel ik me voor: “Goeiemiddag, mijn naam is Lies en dit is mijn troubadour harp, zal ik iets voor u spelen?”


Deze middag is er een lijst van 12 mensen die graag muziek zouden horen aan bed (of waarvan de familie heeft gezegd dat ze het op prijs zouden stellen). Op de eerste kamer is er goed nieuws: “mevrouw wordt zo dadelijk overgeplaatst naar de Medium Care”.
De familieleden zitten aan de andere kant van het bed en kijken nieuwsgierig naar de harp. Ik speel voor de slapende vrouw, op het ritme van haar ademhaling. Dan speel ik een stuk voor de familie, steeds de ademhaling van mevrouw volgend. “Ze wordt er ontspannen van”, zegt meneer. Fijn te horen! Ik wens ze het beste en ga door naar de volgende kamer. Daar is het plaatje compleet anders. De dame zit hoog in de kussens, aangesloten aan allerlei apparaten en is alert, haar ogen staan helder “Graag zou ik iets vrolijks horen”. Oeps, dat had ik niet aan zien komen. Even schakelen. Na de eerste maat begint ze al mee te dirigeren met een slangetje. We krijgen er geen genoeg van, ze neuriet mee, de vingers tikken de maat en de ogen stralen. Na een drietal thema’s wordt me subtiel duidelijk gemaakt dat de ronde nog lang is en dat ik beter af kan ronden. Wat was dit een intense ontmoeting.

'Het gaf me rust. Heel plezierig om naar te luisteren. Deed me echt goed. 
Vond het heel leuk, het was ontspannend en mooi.'

In een soort van geconcentreerde roes maak ik mijn ronde langs de IC units. Zo fijn hoe de  verpleegkundigen en intensivisten betrokken zijn bij de mensen en de momenten van muziek omarmen. Een hand van een patiënt wordt gepakt terwijl ik zachtjes een deuntje uit het Midden Oosten speel, hopelijk dat hem dit een vertrouwd gevoel geeft. De verpleegkundige ziet dat hij ontspant, ook al is hij niet bij kennis… zou hij het gehoord hebben?  Op andere kamers wordt het zeker gehoord, sterker nog, we zingen samen zachtjes mee en de tenen wiebelen vrolijk onder de dekens. Bij Droomland bijvoorbeeld, waarbij de opmerking wordt gemaakt “ja! daar kom ik net vandaan”
Bij de buren worden wat vragen gesteld over het kleine harpje en mevrouw trekt graag even aan een snaar. “Oei, dat is een lage toon! Dus die daar boven zijn de hoge?” en even verderop komt het verzoekje voor van een bezoeker voor een melodie voor Valentijnsdag. Het wordt een serena

de op “You are my sunshine...” De dame in het bed kan momenteel niet praten maar haar ogen lichten op en ze zingt de tekst geluidloos mee voor haar echtgenoot. Mooi moment van intens contact.

Na een muzikaal avontuur van ruim een uur blijkt dat er nog vier kamers te bezoeken zijn. Ik wil niemand teleurstellen. Gelukkig hebben Maria en Suzanne hun viool bij zich en verdelen we de units. Het is best zoeken, hoe lang is het goed om te spelen, zonder de persoon te vermoeien maar lang genoeg om de muziek genoeg te kunnen laten inwerken, om ontspanning te bereiken maar ondertussen ook de tijd goed in te delen om iedereen te bezoeken en zelf energie over te houden.

De laatste ontmoeting zal ik me ook herinneren, met de complimenten van meneer over de mooie klank van de harp en de opmerking van de verpleegkundige aan zijn adres: “wat fijn om uw stem weer te horen!” Ze bleef nog een tijdje napraten, zij op de rand van het bed, hij in een stoel. Hoe waardevol, de muziek als aanleiding voor goed gesprek.

Achteraf merk ik dat me vooral de ogen van de mensen me zijn bijgebleven. Ogen en ademhaling, de levenstekens tussen de apparaten.  Omringd door de goede zorgen  van professionals en familie. Wat een bijzondere wereld. Buiten schijnt de zon. Tijd voor een lange wandeling om de indrukken te verwerken. Dankbaar.

Lies Joosten – 19 februari 2019

 
'- Mevr. vond het geweldig.
- Het gaf mevr. een blijde stemming, maakte haar vrolijk van binnen.
- Warme klanken van de harp.
- Muziek is altijd mooi.'

'Goede rustige muziek. Patiënt wordt er rustiger van. Goed initiatief.
Vooral doorgaan hiermee.'

donderdag 14 februari 2019

'Die ene duim omhoog staat me bij als een staande ovatie in een concertzaal.'

Weer een prachtig verhaal van een van de muzikanten van MuzIC over haar eerste keer spelen voor patiënten!!

Het is vrijdagmiddag kwart voor één als ik samen met de viooldiva’s Suzanne Groot en Maria Eldering de IC van het UMC Utrecht oploop. De gangen komen me bekend voor, omdat dit ook de plek was waar ik de training van het MuzIC project gevolgd had, maar hoe we precies bij de koffiekamer moeten komen weet ik niet meer. 

Onderweg worden we hartelijk begroet. Bij een van de kamers zit een verpleegster die aan
geeft dat de dame die daar ligt graag muziek zou willen horen, ze moet alleen nu rusten, dus of we na half 2 terug kunnen komen? 

Op de gang komen we een verpleger tegen die ons met een grote glimlach ontvangt: ‘Jullie gaan vandaag weer spelen? Leuk! Ik zal gaan kijken welke mensen behoefte hebben aan muziek’. Suzanne legt uit dat ze vandaag geen viool gaan spelen, maar dat ik mee ben gekomen om harp te spelen, het MuzIC project gaat van start met andere muzikanten.

We lopen door naar de koffiekamer, waar we ons even installeren en ik mijn instrument stem om straks meteen van start te kunnen gaan. Ik heb speciaal voor deze gelegenheid een klein harpje met 26 snaren dat ik om kan hangen zodat je er mee kan lopen, op die manier kan ik eenvoudig de kamers oplopen.

‘Ben je zenuwachtig?’ vraagt Maria terwijl we koffie drinken. Ik moet toegeven dat ik best wat zenuwen voel bij het vooruitzicht dat ik over een paar minuten voor iemand ga spelen die ik niet ken en die toch ernstig ziek is. Een situatie waarin we ons beiden kwetsbaar op zullen stellen, de patiënt laat mij toe in een moeilijke situatie en ik zelf stel me open om me te laten raken en ons te verbinden via muziek. De kriebels die ik voel gaan niet over de muziek die ik zal gaan spelen, maar over het kwetsbare van de situatie.

Na een poosje komt de verpleger terug met het nieuws dat er vier kamers zijn waar mensen graag muziek zouden horen en lopen we de gangen op naar de eerste patiënt. De IC in het UMC Utrecht is super modern en zo ingericht dat iedere patiënt een eigen kamer heeft. De kamers hebben een glazen wand waarvan het glas doorzichtig te maken is voor als je gang op wil kijken, maar dat ook ondoorzichtig kan zijn als iemand rust nodig heeft of er handelingen gedaan worden. Je kunt dus niet altijd van te voren zien voor wie je gaat spelen wanneer je een kamer binnen komt. 

De eerste persoon voor wie ik speel ligt met zijn hoofd half naar me toe gedraaid, zijn blik is wat glazig en ik kan niet goed inschatten hoe goed hij me kan zien. Terwijl ik mij voorstel en zeg dat ik wat kom spelen is er een verpleegster die de dekens om hem heen goed legt. Ik probeer alle indrukken naast me neer te leggen en me alleen op de man te concentreren. Ik nader zijn bed op een afstandje en begin wat te spelen, mijn blik vernauwd zich en even lijkt het alsof we alleen zijn. Tijdens het spelen zie ik dat hij de duim van zijn rechter hand op steekt en ineens begrijp ik wat de verpleegster deed, ze maakte zijn hand vrij want hij is geïntubeerd en kan niet spreken, maar met kleine bewegingen kan hij heel goed aangeven wat hij wil. Hij wenkt me iets dichter naar hem toe en ik vraag hem of hij nog iets wil horen. Tijdens het volgende nummer beweegt hij zijn hand mee met de muziek. Als laatste speel ik Greensleeves en dat emotioneert hem. Met een kleine beweging laat hij weten dat het zo goed is en we nemen afscheid.

Ik ben totaal overweldigd door hoe het ging. Ik heb al wat ervaring in het spelen voor mensen die ziek zijn en speel regelmatig voor mensen met ver gevorderde dementie, wat me vooral bij blijft is toch telkens weer hoe mooi het contact kan zijn. Van de IC had ik vooral verwacht dat mensen te ziek zouden zijn en dat er misschien te veel andere dingen om ons heen zouden gebeuren. Wat bijzonder dat iemand die zo ziek is toch nog zo goed aan kan geven wat hij graag wil, en hoe mooi dat je zonder woorden toch zo contact kan maken!

Ik speel die middag nog voor twee andere mensen. Als eerste komen we bij een man die op bed ligt en van wie er een familielid aanwezig is. De man spreekt niet, terwijl ik voor hem speel sluit hij zijn ogen en ligt hij aandachtig te luisteren. Als ik hem vraag of hij meer wil horen komt er niet direct een reactie; en dat maakt me even onzeker. Dan reageert hij op mijn vraag of ik zal stoppen en realiseer ik me dat ik misschien te snel iets verwacht had, het kan best even duren voor iemand reageert, weet ik ook uit andere ervaringen, een volgende keer even in gedachten houden dat je mensen die tijd geeft.
Op de gang verteld Suzanne dat de vrouw die erbij was het ook prachtig had gevonden. Ze had achter mij gestaan, dus haar reactie kon ik niet zien, maar ze had tranen in haar ogen gehad van ontroering en ze bedankte ons ook uitdrukkelijk toen we weg gingen.

De laatste dame voor wie ik speel is een hele andere situatie. De verpleger die aangaf dat deze mevrouw graag muziek wilde horen vertelde er bij dat hij de indruk had dat ze op het moment op alles ‘ja’ zegt. Hij was dus niet helemaal zeker in hoeverre ze het echt mee kreeg. Met die informatie in mijn achterhoofd ga ik haar kamer op. Ze zit veel meer recht op dan de andere twee mensen voor wie ik gespeeld heb en tijdens het spelen reikt ze naar mijn instrument en mijn hand. Heel moeizaam fluistert ze de woorden ‘heel mooi’ als ik op houd met spelen. Ik speel wat langer voor haar, maar neem dan toch ook afscheid.

We lopen nog langs de kamer van de mevrouw die als eerste had aangegeven dat ze graag muziek wilde horen, maar ze ligt nog te rusten en het is voor ons bijna tijd om te gaan. Zo gaat dat soms, je kan niet altijd plannen hoeveel tijd er is en het kan dus zijn dat het gewoon niet uit komt. We laten haar slapen en gaan zelf naar huis.
In de trein naar Nijmegen denk ik na over de ervaringen die ik vandaag had. Wat me raakt is hoe mooi het is dat je in de meest moeilijke situaties toch nog zo contact kan maken met mensen. En hoewel ik daar ben om met mijn muziek iets te kunnen betekenen voor de mensen die zo ziek zijn, weet ik dat het voor mijzelf net zo waardevol is. Die ene duim omhoog staat me bij als een staande ovatie in een concertzaal.

'Muziek helpt om even het "mens zijn" weer te voelen.'


Alex Heemskerk over zijn ervaring met muziek op de IC!

Wat een bijzondere ervaring mocht dit zijn. Het voelt iedere keer weer als zo'n waanzinnige eer om dit te mogen doen. En iedere keer ben ik weer zo verbaasd van de impact die het maakt om de patiënt, maar ook op de verpleging, de familie, en mijzelf. Het voelt als een verschuiving van gevoel naar diepe rust en ontspanning, een stukje bubbel binnen de bubbel van het ziekenhuis waarin iedereen even mag loslaten en ontspannen. Ook aan mijzelf merk ik het, aan hoe ik er weer vandaan ga. Zo'n diep gevoel van voldoening. Het voelt alsof de hele wereld even weg mag glijden en er alleen het contact tussen mensen is. Op een niveau waar we elkaar kunnen vinden, in dit geval muziek. Dan maakt het ziek zijn even niet uit, dat mag even op pauze. Zeker als mensen al langer op de afdeling liggen bestaat de kans dat het hele leven het "ziek zijn" is geworden. Muziek helpt daar zo waanzinnig bij om even het "mens zijn" weer te voelen. Heel bijzonder om zo te mogen ervaren.

MuzIC, superfijn dat jullie dit zo hebben opgezet met zoveel liefde en toewijding!

Alex Heemskerk
Icu-verpleegkundige en gitarist

vrijdag 1 februari 2019

'Zachtjes begint zij mee te zingen en ik laat de laatste zin aan haar.'

Vandaag heeft een van de geweldige talenten van MuzIC, Rosanne Alderliefste, voor de eerste keer voor patiënten op de intensive care gespeeld en gezongen. Het wekt erg veel verschillende emoties op bij de patiënt, familie, personeel en haarzelf. Heel bijzonder en knap hoe ze op maat heeft in kunnen spelen op de verschillende reacties van de patiënten

Rosanne Alderliefste, MuzIC
Intensive Care, UMC Utrecht
1 februari 2019

Het heeft gesneeuwd. De paden zijn wit en kraken onder mijn voeten op weg naar het station. Ik voel me niet onzeker, maar wel wat onrustig. Straks word ik opgehaald door een getalenteerde violiste die me zal meenemen naar de intensive care. Na twee dagen training is het vandaag zo ver: ik mag zelf voor de patiënten gaan zingen. Twintig minuten later sta ik op Utrecht Centraal. In de bus naar het ziekenhuis luister ik naar muziek die ik nog niet ken. Bekende teksten roepen een gevoel of een herinnering op die je emotioneel kan maken. Onbekende muziek maakt rustig, heb ik tijdens de training geleerd. Toch voel ik de adrenaline door me heen stromen wanneer ik het ziekenhuis binnen stap en ik weet: dit gaat niet zo worden zoals ieder ander optreden. De violiste stelt me voor aan de IC-verpleegkundige, terwijl ik mijn gitaar nog eens stem. Samen tellen we de patiënten die hebben aangegeven dat zij vandaag graag muziek aan hun bed willen. “Het zijn er een heleboel vandaag!” zegt de IC-verpleegkundige enthousiast en we lopen de eerste kamer binnen.
     




Een familie zit op stoeltjes naast het bed en kijkt ons afwachtend aan. “Goedemiddag, ik heb begrepen dat u het fijn vindt als ik iets voor u speel?” De patiënt knikt en ik zing. “Zo mooi, hoe ze reageert met haar tenen!” glimlacht één van de familieleden wanneer ik uitgespeeld ben. Ik bedank hen voor het luisteren en wens ze sterkte toe. ‘Dat was heel fijn en helemaal niet zo zwaar’, denk ik nog, terwijl we de volgende kamer binnenlopen. Bij het aanslaan van mijn eerste akkoord begint de patiënt heftig te huilen. Ze draait haar hoofd onrustig rond. Ik speel zachtjes door en probeer aan te voelen of ik moet stoppen, of dat dit juist even goed is. Ik hoor hoe mijn akkoorden alle kanten opgaan en ik de juiste snaren mis. Maar het geeft niet, want al snel zie ik hoe mijn stem de patiënt weer rustig maakt. Ze blijft mij tijdens het hele lied aankijken en de monitor gaat weer op normaal tempo door. Wanneer ik uitgespeeld ben, verwacht ik dat dit toch iets te emotioneel voor de patiënt was. Maar ik heb ongelijk en zo zing ik op verzoek van de patiënt nog een simpel liedje. 
     

In de pauze krijg ik mijn eerste bezorgde waarschuwing van de violiste: “Het is nu al kwart voor twee en we willen nog de andere kamers doen. Zorg ervoor dat je de liedjes wat inkort, dat is niet alleen fijn voor de patiënten, maar ook voor jezelf.” Zij legt mij uit hoe gesloopt ze was na haar eerste keer spelen op de intensive care. Ik voel me goed, maar vertel haar wel dat ik het lastig vind om in te schatten wat patiënten fijn vinden als ze dat niet goed kunnen aangeven. “Dat ga je steeds beter kunnen aflezen en soms weet je het gewoon niet,” leert de violiste mij en ik pak mijn instrument weer op.

     We lopen een volle kamer in die gevuld is met liefde van familieleden. Bij de eerste noten zie ik hoe één van de familieleden volschiet. Ze zoent de patiënt die mij met grote ogen aankijkt. Zachtjes begint zij mee te zingen en ik laat de laatste zin aan haar. “Wat een mooie stem.” zegt de vrouw door haar verse tranen heen. De patiënt probeert te klappen. Ik kan deze complimenten, die ik schaar onder typisch Nederlands, alleen maar met een grapje in ontvangst nemen: “Nou, bedankt, die steek ik in m’n zak!” De kamer lacht. Meer familieleden zijn binnengekomen, de één ontroerd, de andere nuchter lachend.

     “Dit zijn de moeilijkste,” zegt de violiste wanneer we de kamer uitlopen. “Deze gezichten neem je mee naar huis.” Gevuld met dankbaarheid roep ik op dat moment dat ik het juist allemaal zo mooi vind. Eenmaal terug in de bus voel ik de tranen achter mijn ogen prikken. Inderdaad zie ik het zeer ge-emotioneerde gezicht van de vrouw, maar ik denk ook aan mijn zieke schoonmoeder die ik altijd probeer op te vrolijken met dezelfde Franse chansons. Beheerst veeg ik ze weg en denk bij mijzelf: eigen schuld, dan moet je ook maar geen dramatische muziek luisteren over bekrompen werelden die ouders aan kinderen geven en het nooit vinden van de liefde. Het was een heel bijzondere middag en ik ben dankbaar dat ik aan dit project mag deelnemen. Ik kijk uit het beslagen raam en zie nog één gezicht voor me: “Vond u het mooi, meneer?” De patiënt knikt met zijn ogen.