Het is vrijdagmiddag
kwart voor één als ik samen met de viooldiva’s Suzanne Groot en Maria Eldering
de IC van het UMC Utrecht oploop. De gangen komen me bekend voor, omdat dit ook
de plek was waar ik de training van het MuzIC project gevolgd had, maar hoe we
precies bij de koffiekamer moeten komen weet ik niet meer.
Onderweg worden we hartelijk begroet. Bij een van de kamers zit een verpleegster die aangeeft dat de dame die daar ligt graag muziek zou willen horen, ze moet alleen nu rusten, dus of we na half 2 terug kunnen komen?
Op de gang komen we een verpleger tegen die ons met een grote glimlach ontvangt: ‘Jullie gaan vandaag weer spelen? Leuk! Ik zal gaan kijken welke mensen behoefte hebben aan muziek’. Suzanne legt uit dat ze vandaag geen viool gaan spelen, maar dat ik mee ben gekomen om harp te spelen, het MuzIC project gaat van start met andere muzikanten.
We lopen door naar de koffiekamer, waar we ons even installeren en ik mijn instrument stem om straks meteen van start te kunnen gaan. Ik heb speciaal voor deze gelegenheid een klein harpje met 26 snaren dat ik om kan hangen zodat je er mee kan lopen, op die manier kan ik eenvoudig de kamers oplopen.
‘Ben je zenuwachtig?’ vraagt Maria terwijl we koffie drinken. Ik moet toegeven dat ik best wat zenuwen voel bij het vooruitzicht dat ik over een paar minuten voor iemand ga spelen die ik niet ken en die toch ernstig ziek is. Een situatie waarin we ons beiden kwetsbaar op zullen stellen, de patiënt laat mij toe in een moeilijke situatie en ik zelf stel me open om me te laten raken en ons te verbinden via muziek. De kriebels die ik voel gaan niet over de muziek die ik zal gaan spelen, maar over het kwetsbare van de situatie.
Na een poosje komt de
verpleger terug met het nieuws dat er vier kamers zijn waar mensen graag muziek
zouden horen en lopen we de gangen op naar de eerste patiënt. De IC in het UMC
Utrecht is super modern en zo ingericht dat iedere patiënt een eigen kamer
heeft. De kamers hebben een glazen wand waarvan het glas doorzichtig te maken
is voor als je gang op wil kijken, maar dat ook ondoorzichtig kan zijn als
iemand rust nodig heeft of er handelingen gedaan worden. Je kunt dus niet
altijd van te voren zien voor wie je gaat spelen wanneer je een kamer binnen komt.
De eerste persoon voor wie ik speel ligt met zijn hoofd half naar me toe gedraaid, zijn blik is wat glazig en ik kan niet goed inschatten hoe goed hij me kan zien. Terwijl ik mij voorstel en zeg dat ik wat kom spelen is er een verpleegster die de dekens om hem heen goed legt. Ik probeer alle indrukken naast me neer te leggen en me alleen op de man te concentreren. Ik nader zijn bed op een afstandje en begin wat te spelen, mijn blik vernauwd zich en even lijkt het alsof we alleen zijn. Tijdens het spelen zie ik dat hij de duim van zijn rechter hand op steekt en ineens begrijp ik wat de verpleegster deed, ze maakte zijn hand vrij want hij is geïntubeerd en kan niet spreken, maar met kleine bewegingen kan hij heel goed aangeven wat hij wil. Hij wenkt me iets dichter naar hem toe en ik vraag hem of hij nog iets wil horen. Tijdens het volgende nummer beweegt hij zijn hand mee met de muziek. Als laatste speel ik Greensleeves en dat emotioneert hem. Met een kleine beweging laat hij weten dat het zo goed is en we nemen afscheid.
De eerste persoon voor wie ik speel ligt met zijn hoofd half naar me toe gedraaid, zijn blik is wat glazig en ik kan niet goed inschatten hoe goed hij me kan zien. Terwijl ik mij voorstel en zeg dat ik wat kom spelen is er een verpleegster die de dekens om hem heen goed legt. Ik probeer alle indrukken naast me neer te leggen en me alleen op de man te concentreren. Ik nader zijn bed op een afstandje en begin wat te spelen, mijn blik vernauwd zich en even lijkt het alsof we alleen zijn. Tijdens het spelen zie ik dat hij de duim van zijn rechter hand op steekt en ineens begrijp ik wat de verpleegster deed, ze maakte zijn hand vrij want hij is geïntubeerd en kan niet spreken, maar met kleine bewegingen kan hij heel goed aangeven wat hij wil. Hij wenkt me iets dichter naar hem toe en ik vraag hem of hij nog iets wil horen. Tijdens het volgende nummer beweegt hij zijn hand mee met de muziek. Als laatste speel ik Greensleeves en dat emotioneert hem. Met een kleine beweging laat hij weten dat het zo goed is en we nemen afscheid.
Ik ben totaal overweldigd
door hoe het ging. Ik heb al wat ervaring in het spelen voor mensen die ziek
zijn en speel regelmatig voor mensen met ver gevorderde dementie, wat me vooral
bij blijft is toch telkens weer hoe mooi het contact kan zijn. Van de IC had ik
vooral verwacht dat mensen te ziek zouden zijn en dat er misschien te veel
andere dingen om ons heen zouden gebeuren. Wat bijzonder dat iemand die zo ziek
is toch nog zo goed aan kan geven wat hij graag wil, en hoe mooi dat je zonder
woorden toch zo contact kan maken!
Ik speel die middag nog
voor twee andere mensen. Als eerste komen we bij een man die op bed ligt en van
wie er een familielid aanwezig is. De man spreekt niet, terwijl ik voor hem
speel sluit hij zijn ogen en ligt hij aandachtig te luisteren. Als ik hem vraag
of hij meer wil horen komt er niet direct een reactie; en dat maakt me even
onzeker. Dan reageert hij op mijn vraag of ik zal stoppen en realiseer ik me
dat ik misschien te snel iets verwacht had, het kan best even duren voor iemand
reageert, weet ik ook uit andere ervaringen, een volgende keer even in
gedachten houden dat je mensen die tijd geeft.
Op de gang verteld Suzanne dat de vrouw die erbij was het ook prachtig had gevonden. Ze had achter mij gestaan, dus haar reactie kon ik niet zien, maar ze had tranen in haar ogen gehad van ontroering en ze bedankte ons ook uitdrukkelijk toen we weg gingen.
Op de gang verteld Suzanne dat de vrouw die erbij was het ook prachtig had gevonden. Ze had achter mij gestaan, dus haar reactie kon ik niet zien, maar ze had tranen in haar ogen gehad van ontroering en ze bedankte ons ook uitdrukkelijk toen we weg gingen.
De laatste dame voor wie ik speel is een hele andere situatie. De verpleger die aangaf dat deze mevrouw graag muziek wilde horen vertelde er bij dat hij de indruk had dat ze op het moment op alles ‘ja’ zegt. Hij was dus niet helemaal zeker in hoeverre ze het echt mee kreeg. Met die informatie in mijn achterhoofd ga ik haar kamer op. Ze zit veel meer recht op dan de andere twee mensen voor wie ik gespeeld heb en tijdens het spelen reikt ze naar mijn instrument en mijn hand. Heel moeizaam fluistert ze de woorden ‘heel mooi’ als ik op houd met spelen. Ik speel wat langer voor haar, maar neem dan toch ook afscheid.
We lopen nog langs de
kamer van de mevrouw die als eerste had aangegeven dat ze graag muziek wilde
horen, maar ze ligt nog te rusten en het is voor ons bijna tijd om te gaan. Zo
gaat dat soms, je kan niet altijd plannen hoeveel tijd er is en het kan dus
zijn dat het gewoon niet uit komt. We laten haar slapen en gaan zelf naar huis.
In de trein naar Nijmegen
denk ik na over de ervaringen die ik vandaag had. Wat me raakt is hoe mooi het
is dat je in de meest moeilijke situaties toch nog zo contact kan maken met
mensen. En hoewel ik daar ben om met mijn muziek iets te kunnen betekenen voor
de mensen die zo ziek zijn, weet ik dat het voor mijzelf net zo waardevol is.
Die ene duim omhoog staat me bij als een staande ovatie in een concertzaal.
Tears fall, joy is within me as I read how tenderly and with compassion you brought healing harp to those who so needed it. Takes me back to my beginnings and I am so very grateful you are playing harp in the hospital. Blessings of thanks to you!
BeantwoordenVerwijderen